Lilly Davids, een dochter van Wolf Davids en Karoline Kahn , was op 19 Juni 1919 in Arnhem geboren. Haar vader, die op 10 Augustus 1941 in Amsterdam overleed, was winkelier in damesconfectie en handelsagent, en verhuisde op 10 October 1928 met zijn vrouw Karoline (overleefde de Holocaust door onderduik), zoon Eduard Ernst (overleefde de oorlog door vlucht naar Zwitserland) en dochter Lilly vanuit Enschede naar Amsterdam, waar zij een woning betrokken in de Marnixstraat 417 huis in Amsterdam.
Lilly heeft als ateliermeisje gewerkt en later als verkoopster en ook als hulp in de huishouding, maar toen zij in 1941 verplicht werd zich te laten registreren bij de Joodse Raad, werd haar beroep als dienstbode genoteerd. Op 19 Juli 1942 werd zij, zoals zovelen, opgeroepen voor de z.g. “Arbeitseinsatz” maar al op 20 Juli weer van deportatie “teruggesteld”. Mogelijk, omdat volgens aantekeningen op haar registratiekaart van de Joodse Raad, zij zou voorkomen op de z.g. Weinreblijst II.
Behalve dat, was Lilly hoogstwaarschijnlijk ook ondergedoken, en in die tijd heeft zij mogelijk ook Jacob Oudkerk leren kennen. Of het te maken heeft gehad met het feit, dat de genoemde Weinreiblijst II in Januari 1943 “platzte” ("ontplofte"), is niet bekend (Weinreb werd op 19 januari 1943 door de Duitser Koch begroet met de onheilspellende woorden: ‘Jetzt ist das Theater aus!’ Alles was verloren – Bron website DBNL Weinreib blz. 105), maar Lilly en Jacob werden na arrestatie samen op 9 October 1943 in Westerbork binnengebracht en ingesloten in de strafbark 67.
Lilly Davids bleek inmiddels hoog zwanger en op 23 October 1943 is zij in Westerbork bevallen van een zoontje, Ronald, die daar echter op 4 November is overleden en op 12 November 1943 is gecremeerd. Lilly en Jacob waren toen al in ondertrouw en de afkondiging van hun voorgenomen huwelijk, wat zou plaatsvinden in Westerbork op 24 December 1943, werd afgekondigd in Westerbork op 27 November en in Amsterdam op 4 December. Echter om onbekende redenen is hun huwelijk niet doorgegaan.
Op 8 Februari 1944 werden Lilly en Jacob uit Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz. Dat transport omvatte 1015 gedeporteerden, mannen, vrouwen en kinderen, waarvan de 24-jarige Lilly Davids behoorde tot een groep van 117 vrouwen in de leeftijdsgroep van 15 tot 40 jaar, waarvan 37 “zieke” vrouwen bij aankomst op 10 of 11 Februari 1943 direct werden vergast.
De overige 80 vrouwen werden “gespaard” en werden in verband met een uitgebroken tyfus epidemie, 6 weken in quarantaine gehouden tot ná Pesach, het Joodse Pasen, wat op 8 April 1944 begon en 8 dagen duurde. In die periode zijn slechts 3 vrouwen gestorven. Aangenomen is dat Pesach eindigde op 13 April 1944, (wat feitelijk op 15 April was), dat zou dan de begindatum van de periode zou zijn waarin Lilly's overlijden kan hebben plaatsgehad.
Echter de exacte overlijdensdatum van Lilly Davids is niet bekend, waarop door het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog is vastgesteld, mede op ook eerdere onderzoeken en conclusies van het Rode Kruis, dat Lilly Davids na 30 April 1944 niet meer in leven zou kunnen zijn. Daarop is door de Gemeente Amsterdam haar akte van overlijden opgemaakt met als overlijdens datum en plaats 30 April 1944 in de omgeving van Auschwitz.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Lilly Davids, Wolf Davids en Karoline Kahn; website DBNL pagina 101-110/ “Ondergang” door Dr. J. Presser/Weinreb; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Lilly Davids, Karoline (Lucie) Kahn en Jacob Oudkerk; openarchieven.nl/drents archief/BS 1943/huwelijksakte 127 d.d. 24-12-1943 Jacob Oudkerk x Lilly Davids en de overlijdensakte uit Amsterdam voor Lilly Davids uit register A89-folio 92v/akte 545 van 6 December 1951.