Maurits Patto verbleef in september-begin oktober 1942 in het werkkamp Beugelen bij Staphorst.
Zie: Gert-Jan Westhoff, Dwangarbeid in Staphorst. Joodse werkkampen in Staphorst en Rouveen (Kampen 2012), pag. 122.
Maurits is een zoon van Hijman Patto en Grietje Batavier. Hij trouwde 24 april 1913 met Elisabeth Armandine de Cates (26 j), dochter van Gerard de Cates en Theodorine Petronille Antoinette Knies.
Van een of meer mensen in dit gezin hebben wij niet kunnen vaststellen of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben. Hun naam is niet teruggevonden op lijsten van overlevenden, maar wij hebben hen ook niet met zekerheid kunnen terugvinden in In Memoriam. Zij zijn in het monument als 'overlevend' aangeduid en hun naam is niet vermeld.
Maurits Patto heeft een vluchtpoging gedaan en is opgepakt in de tuin van het perceel Bezuidenhoutseweg 40 (den Haag). Hij is daarna overgedragen aan de Documentatie Dienst.