Verhaal

Rechouwous, het eerste verenigingsjaar

Door: Frits Slicht

1925-1926 Het eerste verenigingsjaar van Rechouwous en wat er allemaal werd bereikt!

Bron: NIW van 13 november 1925, via Delpher. Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

De joodse vereniging Rechouwous wordt in november 1925 opgericht. Uit een artikel in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 13 november 1925 blijkt dat de zondag daarvoor: “in vergaderlokaal “de Tunnel" een algemene vergadering tot het vaststellen van het reglement en de verkiezing van een bestuur”, heeft plaatsgevonden. Het voorlopig bestuur wordt definitief benoemd en ook de statuten worden vastgelegd.

Portret van levie Vuijsje. Bron helaas onbekend.



Dankzij een artikel in het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) van 8 september 1926 weten we hoe het eerste verenigingsjaar is verlopen. Volgens de voorzitter van de vereniging, Levie Vuisje, is het eerste jaar positief afgesloten. Voor de plechtige inwijding van de synagoge in de Molukkenstraat blikt hij terug.

Synagoge Molukkenstraat. Bron: JCK - fotoarchief NIW).  

Deze bijeenkomst is in de woning van David Querido, Molukkenstraat 99. In zijn toespraak op 6 september 1926 refereert hij eerst nog kort aan het ontstane meningsverschil met de heer A.D. Wagenaar van de Joodse vereniging Bene Berith Bebeth Jacob (BBBJ). Het meningsverschil betreft enerzijds de verplaatsing van de synagoge van BBBJ van ‘achter in de Commelinstraat naar voren in die straat (bij de Linnaeusstraat). Volgens de heer Wagenaar heeft dit te maken met het feit er ‘achter in de Commelinstraat’ geen rust zou zijn. Mogelijk heeft hij daar een punt, de synagoge ligt dan daar erg dicht bij het spoor.
Bron: Het tijdschrift: De Vrijdagavond; joodsch weekblad van 24 juli 1931 (via: Delpher). Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden
Bron: Het tijdschrift: De Vrijdagavond; joodsch weekblad van 31 juli 1931 (via: Delpher). Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden


Anderzijds de oprichting van Rechouwous. Een eigen gebedshuis van Rechouwous zou het aantal bezoekers vanuit de Indische Buurt voor de synagoge in de Commelinstraat afnemen.
Volgens het bestuur van Rechouwous, bij monde van Hartog de Vries (secretaris) en Levie Vuisje (voorzitter), is de synagoge van BBBJ echter verplaatst om op de nieuwe locatie meer bezoekers uit de Kazernebuurt en omgeving te trekken. Blijkbaar ziet men de twijfelende joodse medeburgers uit de Indische Buurt toch niet verschijnen, hooguit nog de enkele getrouwen (bron: NIW van 5 en 12 maart 1926).

In een artikel van het NIW van 8 september 1926 laat Levie Vuisje optekenen dat:
“Het initiatief tot haar stichting is van Nachaliël uitgegaan, nadat een beroep op de Vereeniging “Bene Berith Bebeth Jacob" om ook de belangen der Indische Buurtbewoners te behartigen, zonder resultaat was gebleven.” Met andere woorden, BBBJ is van de oprichting op de hoogte gesteld. Hoe een en ander precies is verlopen, is helaas niet meer te reconstrueren. Het meningsverschil wordt later bijgelegd, wat blijkt uit latere contacten.

Wat is er allemaal bereikt?

1. Het ‘eenvoudige bidlokaal’ aan de Molukkenstraat 89 is uitgebreid tot een echte synagoge. Dit eenvoudige bidlokaal was voordien de woning van David Querido en zijn gezin. Inmiddels wonen zij op nummer 99. Op dit laatste adres komt nog wel regelmatig het bestuur bijeen.

Bron: NIW van 08 september 1926. Dit is een fragment van een veel langer artikel. Let op: veel namen zijn helaas niet correct gespeld! (via Delpher) Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

2. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van het godsdienstonderwijs. In een jaar tijd is het aantal leerlingen gestegen van 30 naar 140. De lessen worden gegeven in de Javaschool in de Balistraat 110.

3. Een ander succes dat Rechouwous bereikt heeft, is dat er voor de joodse kinderen ritueel bereid (kosher) eten komt uit de ‘Gemeentelijke keuken van Kindervoeding’. Zo wordt er al vanaf april 1926 voor meer dan twintig kinderen rituele (koshere) voeding verstrekt. Voor hen is een speciaal lokaal in de Van Swindenstraat ingericht.

4. Wat zeker niet vergeten mag worden, is de oprichting van de damesafdeling van Rechouwous. “De opgerichte damesafdeling heeft als doel haar leden Joodse kennis bij te brengen.” Rabbijn Coppenhagen heeft zich bereid verklaard het nieuwe bestuur van de damesafdeling ter zijde te staan. Levie Vuisje spreekt als algemeen voorzitter de dames toe en wenst hen veel succes toe.

“Tot bestuursleden werden de Dames D. Vorst-Vorst, S. v. Creveld-de Lieme, M. Italiaander, B. Witsenhausen-Schelvis en E. Vuisje-Smalhout, allen leden van het voorlopig comité, gekozen. Als nieuwe leden werden de Dames v. Gelder en de Vries gekozen. De dames Cohen, de Vries, Vuisje, Reindorp en Turfrijer verklaarden zich bereid als cursusleidster te fungeren.” bron: NIW van 4 juni 1926.
Wat opvalt aan deze namen is dat praktisch allen een familie relatie hebben met de bestuursleden van het algemene bestuur!
De damesafdeling krijgt een eigen naam: Ezras Nosjiem (Hulp der Vrouwen). Deze naam wordt overigens telkens anders gespeld.

Uit Het Maandblad van maart 1928: wat kan de ver. Rechouwous voor U betekenen?

5. In het eerste jaar zijn er meerdere cursussen aangeboden (gratis). Het zijn cursussen voor zowel jongeren als voor ouderen. De eerste cursussen werden georganiseerd op het adres Molukkenstraat 89. Zeker voor wat betreft de eerste periode is dit nog de woning van het gezin van David Querido. De cursussen hebben betrekking op de kennis van het Joodse leven en het lezen in het Hebreeuws. De docenten zijn leden van het bestuur (o.a. Levie Vuisje en Samuel Vorst) en andere betrokken leden. Zo is er bijvoorbeeld Mozes Reindorp, een jonge schoolmeester. Deze Mozes Reindorp zal zich later vooral bezighouden met de Joodse gemeenschap van Amsterdam West.

Wvttk

Het verslag van bovengenoemde bijeenkomst in het NIW geeft verder een uitgebreide opsomming van alle geschenken en woorden van dank aan hen die hebben bijgedragen aan de uitbreiding en aankleding van het bidlokaal aan de Molukkenstraat 89. Zo wordt David Querido bedankt voor al het schilderwerk (hij is huisschilder) én voor het ter beschikking stellen van zijn woning voor deze bijeenkomst. Meer dankwoorden zijn te vinden in de afbeelding bij dit verhaal.

Bijzonder is ook de aanwezigheid van D.A. (Abraham) Aletrino, namens het koor Santo Serviço. Dit koor heeft eerder dat jaar (1926) opgetreden tijdens een bijeenkomst van de propagandacommissie. Bijzonder omdat het hier gaat om een Portugees-Israëlitisch koor. In de woorden van de rabbijn Sarlouis (gastspreker) verschillen de Portugees-Israëlieten in meerdere opzichten ‘van ons Hoogduitse-Israëlieten’. Maar als het gaat om de handhaving van ons dierbaar geloof: “zijn zij één met ons”.

Bron: Het tijdschrift: De Vrijdagavond; joodsch weekblad van 04 november 1927 (via Delpher). Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

Na al deze woorden is er tijd voor zang. In dit geval door het kwartet van de Grote Synagoge o.l.v. S.H. Englander. Er is ook een solozanger, dat is de heer J. Rabbie.

Tot slot is er de feestrede door de rabbijn Coppenhagen.
Bron: diverse artikelen uit het NIW en de krant Rechouwous

Alle rechten voorbehouden