Judik Gaarkeuken, dochter van Wolf Gaarkeuken en Marianne Keizer, trouwde op 18 December 1929 in Amsterdam met Mozes Dotsch, een zoon van Jacob Dotsch, schijvenschuurder, en Leentje Kanes. Het echtpaar had geen kinderen. Zij woonden in Amsterdam in de Karel du Jardinstraat 72 a III maar per 12 Maart 1943 werden zij ingeschreven op hun laatst bekende adres Hoendiepstraat 31 II in Amsterdam.
Judik Gaarkeuken was confectienaaister van beroep. Zij werd vlak na de verhuizing naar de Hoendiepstraat naar Kamp Vught afgevoerd en op 24 Mei vanuit Vught naar Westerbork gestuurd, om de volgende dag te worden gedeporteerd naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 28 Mei 1943 werd zij onmiddellijk vermoord.
Mozes Dotsch was vroeger diamantbewerker maar na zijn registratie bij de Joodse Raad was hij vanaf op 20 Juli 1942 werkzaam in de schoonmaakdienst en ordedienst voor de Joodse Raad in de “Joodsche Schouwburg” en medewerker “tewerkstelling Duitsland”. Begin Maart 1943 was zijn adres was Hoendiepstraat 31 geworden waar hij slechts een week of 6 heeft gewoond. Op 22 April 1943 werd ook hij afgevoerd naar Kamp Westerbork en verbleef in barak 69. Op 18 Mei werd Mozes Dotsch op transport gesteld naar Sobibor waar hij bij aankomst op 21 Mei 1943 onmiddellijk om het leven werd gebracht.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Mozes Dotsch, woningkaart Hoendiepstraat 31 Amsterdam; website www.wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Judik Dotsch-Gaarkeuken en Mozes Dotsch.