Abraham Snoek was een zoon van Hartog Snoek en Klara Zante. Hij was geboren op 6 Februari 1916 in Amsterdam en werkte als reiziger in papierwaren. Op 5 Juni 1941 trad hij in Amsterdam in het huwelijk met Alida Poppegaai, die geboren was op 18 September 1915 in Amsterdam als een dochter van Gerrit Poppegaai en Magdalena van Geldere. Het echtpaar Snoek-Poppegaai had geen kinderen.
Voordat zij getrouwd waren, woonde Abraham Snoek in de Pieter Aertzstraat 98 II en Alida Poppegaai in de Albert Cuypstraat 149 hs. Vanaf 5 Juni 1941 woonden zij samen op de Amstelkade 93 II in Amsterdam-Zuid.
Abraham Snoek was niet formeel “gesperrt” door de Joodse Raad, maar doordat hij werkzaam was als medewerker in de voedselvoorziening van de Joodse Raad, werden hij en zijn vrouw Alida Poppegaai “pas” opgeroepen en afgevoerd naar het concentratiekamp in Vught op 14 Mei 1943. Van daar werd Abraham tewerkgesteld in het Buitenkamp Moerdijk.
Op 2 Juli 1943 kwam Abraham Snoek weer terug in Vught en op 3 Juli 1943 werden Abraham en Alida vanuit Vught naar Westerbork gestuurd. Van daar werden zij op 6 Juli op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 9 Juli 1943 werden zij beiden direct in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Abraham Snoek en Alida Poppegaai; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Snoek en Alida Snoek-Poppegaai en de website ITS Arolson, kampkaart Vught voor Abraham Snoek.