Roosje Zwaab was deported to Sobibor in June 1943 from Vught via Westerbork on the so-called children's transport. She was 14 when she died.
J. de Moei, Joodse kinderen in het kamp Vught (Vught 1999) 91
What would you like to contribute
Op 4 oktober 2020 vond ik in een schoenendoos met oude distributiebonnen uit de Tweede Wereldoorlog deze Textielkaart van Roosje Zwaab. Met potlood staat haar naam en adres in Zandvoort ingevuld. De doos behoorde toe aan de Joodse H.M. ('Her') Polak (1907-1979) en zijn niet-Joodse vrouw, die tijdens de oorlogsjaren met hun kinderen aan de Niersstraat in Amsterdam-Zuid woonden. Hun schoonzus Lea Polak-van Amerongen (1883-1943) blijkt een tante te zijn van Roosje, een oudere zus van haar moeder. Hoe de textielkaart in het bezit van Her Polak en zijn vrouw kon geraken, is niet bekend. Her Polak en zijn vrouw hadden in ieder geval een dochter die op 27 mei 1943 de leeftijd van 3 zou bereiken, de minimum leeftijd waarvoor de bonnen golden. Twee weken later werd Roosje met haar moeder in Sobibor omgebracht. De originele kaart zal als onderdeel van de nalatenschap Polak/van Brink worden overgedragen aan het Joods Cultureel Kwartier ten behoeve van de archieven in het Joods Historisch Museum.