Bernard Verduin (pet name Bob) was a son of Bernard (Ben) Verduin and Betje Hillesum and grandson of Isaac Verduin and Rachel Bernardina Stijsel. City Archive of Amsterdam, archive card of Bernard Verduin.
Bernard Verduin was ondergedoken in pension Elja-Zamy aan de Van Golsteinlaan 18 in Ugchelen. In de nacht van 14 op 15 juli 1943 vond hier een inval plaats, waarbij Bernard werd gearresteerd.
Bron: 'Vogelvrij. De jacht op de joodse onderduiker', Sytze van der Zee, Amsterdam 2010.
Bob (Bernard) en Frits Verduin werkten in het Apeldoornse Bosch. Als ”leerling-verpleegkundigen“ zonder enige ervaring of opleiding deden zij hun uiterste best voor de patiënten te zorgen. Toen in Januari 1943 de inrichting werd leeggehaald, zagen ze kans tijdig te vluchten. Met behulp van Jodenverzorger Smit en Majoor Ouwejan uit Apeldoorn kwamen ze op Eljo-Zamy terecht, waar ze zes maanden onder…
Bernard en Frits Verduin komen als 'Joop' en 'Rob' voor in het boek dat hun vader Bernard schreef: Het begon op 10 mei (Amsterdam 1945). Dit beschrijft o.a. het onderbrengen van 'Rob' en 'Leendert' op de Kloveniersburgwal 91 bij Rinus en Greet Pelgrom ('Dirk en Riek van West'), een oud-radencommunistisch contact. Op de Kloveniersburgwal werd begin 1944 een inval gedaan.
Bernard (also known as Bob) and Frits Verduin went into hiding, possibly at the psychiatric institution Apeldoornse Bos. They were arrested. Bernard was deported to Buchenwald, where he died shortly after the evacuation of the so called 'Kleine Lager'. The father and stepmother of the two brothers survived the war. Addition of a visitor of the website