Machiel Gobets is geboren op 21 mei 1905 in Amsterdam. Hij wordt verder altijd Michel genoemd. Hij is overleden in Dachau op 20 april 1945. Volgens zijn archiefkaart is hij zanger. Tijdens de oorlogsjaren werkt hij ook als ‘medewerker cultureel werk’ voor de Joodsche Raad.
Familie Gobets
Michel is de zoon van Nathan Gobets (diamantslijper) en Anna Kesner. Nathan is geboren op 29 maart 1881. Anna Kesner (geboren op 26 juni 1883) overleed op 9 februari 1929. Tussen 1917 en 1937 zijn zij regelmatig verhuisd. Ik heb in totaal 11 adressen getraceerd. De gezinskaart van Nathan Gobets is echter slecht leesbaar als het om deze adressen gaat. In Amsterdam Oost heeft Nathan echter niet gewoond, of je zou de Weesperstraat moeten meerekenen. Michel heeft één broer: Isaac Gobets (14 mei 1907 - 14 augustus 1993).
Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwt Nathan met Geertruida Frank op 22 mei 1929. Geertruida Frank is op dat moment 45 jaar oud (geboren op 15 januari 1884). Nathan en Geertruida worden beiden in Auschwitz vermoord op 14 september 1942.
De Nationale Militie en opleiding
In het jaar dat Michel negentien wordt, wordt hij gekeurd voor de Nationale Militie. Volgens het militieregister zou Michel kleermaker zijn. Of hij daadwerkelijk ook als zodanig heeft gewerkt, is niet duidelijk. In dit register staat ook dat hij zes jaar L.O. (=lager onderwijs) heeft gehad. Meer onderwijs heeft hij, zo lijkt het althans, niet genoten. Mogelijk heeft hij dit later ingehaald. In een berichtje in het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) van 17 juni 1932 wordt aangegeven dat hij is geslaagd voor zijn examen Conservatorium (piano en zang).
Michel is overigens goedgekeurd voor de militiedienst. Erg lang maakt hij geen deel uit van het Zevende Regiment Infanterie. Na ongeveer twee weken wordt hij ‘wegens lichaamsgebreken’ ontslagen. Om welke lichaamsgebreken het gaat is niet duidelijk.
Zang en huwelijken
Zijn talenten voor muziek en zang zijn al snel duidelijk. Op 23 augustus 1918, dertien jaar oud, treedt hij voor het eerst op, samen met zijn vader. Zijn vader, Nathan, is een begenadigd en zeer gewaardeerd zanger.
Nathan Gobets is lid van het Koor van de Grote Synagoge. Op deze dag zingt hij samen met zijn dertienjarige zoon op een Tuinfeestavond van de Vereniging Bachoerei Sjaangarei Tsion: een vereniging die zich het bevorderen van Thorastudie ten doel stelt. Deze avond wordt georganiseerd in Café Oost-Indië in de Watergraafsmeer.
Michel is twee keer getrouwd. Het eerste huwelijk is met Rachel Leger (geboren op 4 juli 1903) op 2 maart 1929. Hij is op 16 november 1942 van haar gescheiden.
Korte tijd later hertrouwt hij met Gabriele Brigitte Bernstein (geboren op 14 september 1920 in Berlijn) op 27 januari 1943.
Gabriele was eerder getrouwd, met Heinz Adolf Tichauer (geboren in Katowice) in 1937 in Amsterdam. Hij overleed in Mauthausen op 18 september 1941. Gabriele is op 15 april 1945 in Bergen Belsen overleden.
Met Rachel, zijn eerste echtgenote, kreeg Michel twee kinderen:
Anna Mimosa, geboren op 7 augustus 1927 en Mary Henny, geboren op 12 maart 1942. Beide kinderen en hun moeder overleven de oorlog!
In 1936 wordt het Gobets door een rabbijn verboden nog langer in de synagoge te zingen. De reden die wordt opgegeven is dat hij dikwijls op Sabbath zou hebben gezongen. Dat hij als getrouwde man een relatie had met een ongetrouwde vrouw (zie hierna) en samen met haar kinderen heeft, heeft waarschijnlijk zeker meegespeeld.
Daarmee komt er geen einde aan zijn optredens. Hij zal niet meer zingen in de synagoge maar nog wel in het Amsterdamsche Joodsche Koor. In dit koor zingen (veel van) dezelfde leden die ook in het koor zitten van de Grote Synagoge (dat is het oudste deel, de oude synagoge, dat tegenwoordig onderdeel is van het Joods Historisch Museum). Beide koren staan overigens onder leiding van Samuel Englander.
Naast de optredens met het Amsterdamsche Joodsche Koor treedt Michel vele malen op. Hij treedt op met een gevarieerd programma. Hij is zeer veelzijdig in zijn repertoire.
Hendrika Weisz
Volgens de website (Opera Nederland) heeft Michiel nog twee kinderen verwekt. Hun moeder is Hendrika (Hans) Weisz. Op 13 november 1934 wordt zoon Eduard geboren. Op 16 juli 1936 wordt uit de relatie van Michel Gobets met Hendrika Weisz hun dochter Hansje geboren. Hendrika en haar kinderen overleven de oorlog.
Michel en Hans kennen elkaar van het conservatorium waar zij beiden zang studeren. Volgens eerder genoemde website van Opera Nederland zijn ze zelfs gaan samenwonen hoewel Michel nog getrouwd is (en inmiddels vader van een dochter).
Michel Gobets en Hans Weisz hebben voor zover ik heb kunnen nagaan twee keer samen opgetreden. De eerste keer is op 24 maart 1934 in het ASTA-theater (aan de Rozengracht) voor het Instituut voor Arbeidsontwikkeling.
De tweede keer is op Tweede Kerstdag (1937) voor de liedertafel "Amstels Werkman" in verband met haar 50-jarig bestaan.
Hendrika Weisz wordt op 17 juni 1943 ‘uit haar huis gehaald’ (adres: Amstel 188 I) en overgebracht naar Bureau (van Politie) Houtmarkt. Zij wordt verdacht van het verbergen van onderduikers. Zij zit zes maanden gevangen in Kamp Vught. In januari 1944 is zij weer terug in Amsterdam. Dit blijkt uit het feit dat zij op 31 januari 1944 aangifte bij de politie doet van: “het openbreken van den bak der electriciteitsmeter en de ontvreemding van een aantal penningen”.
Gobets en Oost
Wat is nu de relatie Gobets – Amsterdam Oost. Voor zover ik heb kunnen nagaan heeft hij geen woonadres gehad in Oost. Wel heeft hij, net als collega koorlid Jo Rabbie, enkele keren in de Indische Buurt gezongen. Zo zingt hij bij de inwijding van de synagoge van Rechouwous in de Molukkenstraat in 1926.
Samen met Jo Rabbie heeft hij ook in de Synagoge aan de Linnaeusstraat opgetreden, gezongen. Michel Gobets is daarnaast betrokken geweest bij de oprichting van het gemengde koor (jongens en mannen) van de Linnaeusstraat Synagoge. Mogelijk hebben ook jongens uit de Indische Buurt in dit koor gezongen.
Geluidsopnamen en het gezin van Pinchas Gans
De familie Gans die in de Indische Buurt woonden, hadden een aantal 78-toeren platen met geluidsopnamen van Michel Gobets (en Jo Rabbie). Zij zongen met het koor van de Grote Synagoge. Pinchas (Piet) Gans is in de jaren twintig lid van het bestuur van de vereniging Rechouwous. Samen met zijn gezin woont hij aan de Kramatweg 28 huis (voordien in de Niasstraat 35). De zoon van Pinchas, Philip, is een jongen met een mooie stem. Volgens de verhalen uit de familie (die zijn overgeleverd) heeft hij in een koor gezongen. Om welk koor het gaat is niet helemaal duidelijk. Mogelijk gaat het om het jongenskoor van de Linnaeusstraat Synagoge.
Het gezin Gans heeft de oorlog niet overleefd. Maar dankzij de goede buren en het uitzoekwerk van Johan Herrenberg (kleinzoon van deze buren) zijn een aantal dierbare zaken bewaard gebleven. Onder deze zaken een opname van het Koor van de Grote Synagoge. Vader en zoon Gobets nemen de solopartijen voor hun rekening.
Michel Gobets, de oorlogsjaren
In de periode vanaf 10 mei 1940 heeft Michel nog veel optredens gehad. Hij heeft ook nog voor de radio gezongen (o.a. bij de VARA), bijvoorbeeld met het socialistische koor “Stem des Volks”. Als de beperkende maatregelen voor joodse medeburgers worden ingevoerd, kan hij alleen nog in ‘alleen voor Joden’ bestemde zalen optreden. Als medewerker van de Joodse Raad, hij wordt medewerker culturele zaken, krijgt hij een *Sperre**. Daarmee is hij voorlopig gevrijwaard van deportatie. Optreden kan hij alleen nog voor een joods publiek. Zo treedt hij enkel malen op in de Hollandsche Schouwburg (bijvoorbeeld in de Nieuwe Muzikale Nelson-show ‘Hand in Hand’ en ‘Reislectuur’).
Namens het Bureau Culturele Zaken treedt hij in januari 1942 op in het gebouw Rapenburgerstraat 109. Samen met het Amsterdamsche Joodsche Koor zingt hij daar met o.a. Jo Rabbie, onder leiding van Sam Englander.
Ook nu is zijn repertoire ‘breed’. Hij zingt klassiek (vooral operette), maar ook joodse volksliedjes en kleinkunst. Zijn laatste echte optredens in Amsterdam zijn in het Joden Breestraat Theater (het voormalige TipTop theater) vanaf 2 mei 1942. Hij treedt hier onder andere op met het bekende duo Johnny en Jones.
Daarna werkt hij in mei 1943 nog wel mee aan een leergang over ‘het Joodsche lied’. Maar verder zijn er geen berichten meer over optredens. Korte tijd later (mei – juni 1943) wordt hij opgepakt en overgebracht naar de Joodsche (lees: Hollandsche) Schouwburg.
In juni 1943 komt hij aan in Westerbork. Hij zal hier nog enkele malen optreden met joodse volksliederen en liederen uit de operette “Gräfin Mariza”.
In januari 1944 wordt hij gedeporteerd naar Theresiënstadt. Ook hier zal hij, zo is bekend, nog vele malen optreden. In september 1944 wordt hij overgebracht naar Sachsenhausen om twee maanden later in Dachau te arriveren. In Dachau overlijdt hij aan de gevolgen van tyfus, op 20 april 1945.
Zie voor meer bronnenmateriaal en verwijzingen de pagina van Machiel Gobets op de website van de Community Joods Monument.