Maurits van Voolen werkte tijdens de oorlog voor de Joodse Raad. Hij was op kantoor aan de Nieuwe Keizersgracht toen hij vernam dat zijn gezin en andere familieleden waren opgepakt tijdens een grote razzia in Amsterdam. In een brief aan vrienden doet hij daar melding van. Hij geeft aan zijn gezin te volgen en zich vrijwillig te melden in Westerbork. Aan de vrienden wordt gevraagd pakjes en brieven te sturen.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 6059) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 12308/13597).