Joseph Wolf was een zoon uit het eerste huwelijk van David Wolf. Van beroep was hij meubelmaker en portier bij de Rotterdamse Bank. Zijn moeder, Sara Sons overleed op 41-jarige leeftijd in den Haag op 26 Juli 1879.
Joseph trouwde op 27 Februari 1901 in Den Haag met Naatje Poons, een dochter van Emanuel Abraham Poons en Hester Lors. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, t.w. David in 1901, Hester in 1903, Sara in 1905, Adèle en Abraham in 1909. Van Joseph’s en Naatje’s kinderen zijn David en Abraham tijdens de Sjoa vermoord.
Naatje Poons overleed op 17 Mei 1939 in Den Haag, waarna hij als weduwnaar inwoonde bij Machiel Izaäk Walg en zijn vrouw Elisabeth van Straten in de Repelaerstraat 40 in Den Haag. In Juni 1943 werd hij ingesloten in Westerbork in barak 97 en op 29 Juni op transport gesteld naar Sobibor waar hij bij aankomst aldaar op 2 Juli 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a.: Gemeente Archief Den Haag; website Reinier en Dirkje Bobbe/Poons; website opeenarchieven.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Joseph Wolf.