Hermina Juliana Beem moved on 1 September 1939 from Amersfoort to the Grevinkweg 5 in Aalten, where she lived with the Fuldauer family. Addition of a visitor of the website
De 4 kinderen beem verbleven sinds 12 September 1929 in het Joods weeshuis te Leiden:Ze staan ook allemaal op de groepsfoto uit 1932.Moeder Rosa mijn tante verbleef toen in het Israelitische te huis het Apeldoornse bos vanwege zware depressies en overspannenheid.Vader Simon kwam elk weekend op bezoek bij zijn kinderen.
Vader Simon David (mijn Oom)had in 1942 een oproep gekregen om zich te melden v…
De 4 kinderen beem verbleven sinds 12 September 1929 in het Joods weeshuis te Leiden:Ze staan ook allemaal op de groepsfoto uit 1932.Moeder Rosa mijn tante verbleef toen in het Israelitische te huis het Apeldoornse bos vanwege zware depressies en overspannenheid.Vader Simon kwam elk weekend op bezoek bij zijn kinderen.
Vader Simon David (mijn Oom)had in 1942 een oproep gekregen om zich te melden v…
Op 3 juni 1942 is Hermina Juliana Beem vertrokken uit Aalten naar Wisch.
Bron: Zij waren Aaltenaren als wij, Joodse gemeenschap in Aalten 1930-1945, bronnenboek en docentenhandleiding.
Het weeshuis te Leiden,zij werden behalve een allen vermoord
4 van deze kinderen waren mijn nichtjes en neefjes.
Ook mijn familie Jacob Hart vroeger wonende in de Oostadestraat 13 Schiedam met 4 kinderen en 2 kleinkinderen.De hele familie behalve Oom Jacob hebben de oorlog niet overleefd,
Mijn Oma en haar broer Julius en Julia Bier hebben de oorlog ook niet overleefd.
Onze gedachten gaan ook uit naar de Familie Hertzdahl en Wolf.
Hermina Juliana Beem woonde van 12-09-1929 tot 29-07-1937 in het Joodse weeshuis in Leiden. Ze vertrok toen, maar keerde op 11-09-1937 terug naar het weeshuis, tot 17-11-1937.
De namen van hen die in 1943 van Westerbork naar Sobibor zijn gedeporteerd aan de vergetelheid ontrukken.
In 1943 kwamen negentien treinen in Sobibor aan. Ruim 34.000 Joodse mannen, vrouwen en kinderen uit Nederland maakten de gedwongen reis naar dit vernietigingskamp. Op een enkeling na werden zij allemaal vermoord. In 2013 was het zeventig jaar later en organiseerde de Stichting Sobibor op of rond de transportdata van toen diverse bijeenkomsten. Zie ook www.stichtingsobibor.nl
Op 2 maart 1943 vertrok uit kamp Westerbork een trein met 1105 mensen naar het toen onbekende vernietigingskamp Sobibor. Na een reis van drie dagen kwam de trein op 5 maart aan. Het was het eerste transport uit Nederland naar dit kamp. Nog 18 transporten zouden volgen tot het laatste transport op 20 juli 1943. 34.313 Joodse mannen, vrouwen en kinderen maakten de gedwongen reis naar dit gruwelijke oord in oost-Polen. In nog geen vijf maanden werden zij, op ongeveer duizend na, op de dag van aankomst vergast. Van de ruim 34.000 keerden slechts enkelen terug.
Het eerste transport werd, net als het tweede, uitgevoerd met een personentrein. Daarna gebruikte men veewagens. Van het eerste transport overleefde niemand. Opvallend is dat van de ruim elfhonderd mensen tweederde vrouw was en eenderde man. Van enkelen van hen heeft Stichting Sobibor een portret gemaakt.
Het gezin Beem
Hermina Juliana – roepnaam Mien – Beem was de oudste dochter in een gezin van vier kinderen. In 1929 kwam ze samen met haar zusje en broertjes in het Joodse weeshuis in Leiden terecht. Mien was elf; de rest negen, zeven en drie. Hun hele jeugd zouden de kinderen Beem in het weeshuis blijven. Vanwege depressies kon hun moeder Rosa Beem, geboren Hertzdahl, niet voor hen zorgen; zij ve…
Mijn nichtje Hermina Beem uit Rotterdam was ook een weeskind uit het weeshuis in Leiden.
Zij is op 2 Maart afgevoerd vanuit Westerbork en na aankomst op 5 maart 1943 was zij al omgebracht.
Dit was de eerste trein vanuit Westerbork naar Auschwitz.
Daarna zijn er nog meerdere familieleden vanuit Westerbork op transport gezet waaronder Arnold, 1 jaar oude baby, van Emden Beem. Triest=============…
OpRoodenburgerstraat 1 in Leidenstaat het voormalig Joods Weeshuis, Machseh Lajesoumim. Een plek met een tragische geschiedenis, maar ook een plek waar veel kinderen, ondanks de omstandigheden, een fijne jeugd hebben gehad. Een plek waar plezier gemaakt mocht worden, waar je een beetje zakgeld kreeg om zelf te besteden, waar je lid mocht zijn van een jeugdclub, je de mooie aspecten van je gelo…
Hermina Beem's last residence before Westerbork was the Portugees-Israëlitisch Meisjesweeshuis, Nieuwe Prinsengracht 17 in Amsterdam. Though she initially had a Sperre (temporary exemption from deportation) owing to her job there as a housekeeper, Hermina was ultimately sent away on the first transport from Westerbork to Sobibor, along with several other staff members and charges from the orphanag…