Clara Velleman-Koekoek was met haar man Andries Velleman, zoon Jacob Hartog (geboren 1918) en zijn verloofde, in Nijmegen ondergedoken. Zij werden allen in het najaar van 1943 verraden en gearresteerd op het onderduikadres Molenweg 41(of 19-21) door de beruchte Nijmeegse Jodenjagers Wiebe, Verstappen en De Ruiter. Op dit onderduikadres woonde groentehandelaar V.M. van Duijghuizen.
Op ditzelfde adres had ook Barend Velleman, de broer van Andries, met zijn gezin ondergedoken gezeten. Op een later onderduikadres werden zij opgepakt, verraden door de vrouw van Duijghuizen.
Na de arrestatie van het gezin Velleman-Koekoek werden grote hoeveelheden geld en kostbaarheden uit hun huis in Amsterdam geroofd door de Nijmeegse Jodenjagers. De vierde persoon die werd opgepakt heette Selma Kattenburg, vermoedelijk was dit de naam van de verloofde. Over haar lot is verder niets bekend. De drie gezinsleden werden met transport 81 op 16 november 1943 naar Auschwitz gedeporteerd waar zij werden omgebracht.
Het echtpaar had nog een zoon, Hartog Jacob, geboren 14 april 1920. Hij heeft mogelijk de oorlog overleefd.
www.oorlogsdodennijmegen.nl , Ad van Liempt, Jodenjacht p 175-176 www.geni.com www.oorloginnijmegen.nl De onderduik, Joden die van elders in Nijmegen onderdoken. blz 4 en 5