Foto van Hannie en Lida ten Brink uit 1942. Deze foto is gemaakt door de overbuurman van de familie ten Brink. Van links naar rechts: Hannie, Lida en een neefje van de overburen.
Dingeldein was voor en tijdens de bezetting hoofd van de Openbare Lagere School, het 'Jöd'nschooltje' van Denekamp. Dankzij zijn oorlogsdagboek zijn de gebeurtenissen in het dorp gedocumenteerd.
Met een gedenkteken in Denekamp worden de joodse slachtoffers uit die gemeente herdacht. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Familiereünie bij het 40-jarig huwelijksfeest van Isaäk ten Brink en Hannchen Kleeblatt.
De Brink in Denekamp 1930, voor Café-Slagerij Ten Brink. Uiterst links het echtpaar Rosalie ten Brink en (voor haar) slager Josef Rosenbaum. Dan Julia en Adolf Löwenhardt die een slagerij hebben in Dortmund-Lindenhorst. Achter het 40-jarige bruidspaar v.l.n.r. Mauritz ten Brink, Heinz Löwenhardt (oudste zoon van Julia en Adolf) en Julius ten Brink. Dan het echtpaar Zelma ten Brink en Abraham de Le…
Mauritz (Mauw), de oudste zoon van Isaak ten Brink, dreef bij het uitbreken van de oorlog de slagerij aan de Brink 75 (nu Brinkstraat 65) in Denekamp. Hij was in 1934 getrouwd met Else Frank. Else was op 2 maart 1911 in Eving (Lünen-Brambauer) geboren. Ook haar vader, Salomon Hertoch Frank, was slager; haar moeder heette Gudula Frank-Kain. Else en Mauw kregen een zoon, Harry (Denekamp 16 juni 1935…
Mauw ten Brink dreef bij het uitbreken van de oorlog de slagerij aan de Brink 75. Hij was in 1934 getrouwd met de in Eving geboren Else Frank. Ook haar vader, Salomon Hertoch Frank, was slager.
Op 16 juni 1935 kregen Mauritz en Else hun eerste kind, Harrij. Op 13 maart 1937 werd hun dochter Johanna geboren.
Mauritz' vier jaar jongere broer Julius en diens vrouw Hennie hadden acht maanden eerd…
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen de nazi’s al snel over tot het verwijderen van Joden uit het economische leven in Nederland. Ook de agrarische sector behoorde daartoe. Op 27 mei 1941 vaardigde de bezetter verordening 102/1941 uit betreffende de aangifte en gedwongen verkoop van landbouwgronden in Joodse handen. Op het Nationaal Archief bevinden zich de gegevens van die gedwongen verkopen. Op die gegevens heb ik nu door middel van een database een toegang gemaakt.
Joden werden gedwongen om hun landbouwgrondbezittingen aan te geven bij de regionale Pachtbureaus (later Grondkamers), onder verantwoording van het Ministerie van Landbouw en Visserij. Door middel van het formulier ‘Aangifte van landbouwgronden in joodsche handen’ moesten ze aangeven welke percelen ze in hun bezit hadden. Na aangifte moesten de percelen voor 1 september 1941 worden verkocht aan ni…
Van dit huishouden is ook een JOKOS-dossier (nummer 5578) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.