Jakob Hoffmann

De hoofdcommissaris van politie te Arnhem verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Jacob Hoffmann. Hij woonde in Arnhem en hij was van woonplaats veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 48, 3 december 1942, 1352, bericht 2972

Van een of meer mensen in dit gezin hebben wij niet kunnen vaststellen of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben. Hun naam is niet teruggevonden op lijsten van overlevenden, maar wij hebben hen ook niet met zekerheid kunnen terugvinden in In Memoriam. Zij zijn in het monument als 'overlevend' aangeduid en hun naam is niet vermeld.

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 31007) aanwezig…

De aan dit verhaal gelinkte personen moesten in 1940 de Luchtbeschermingsdienst in Arnhem verlaten op last van de Duitsers.
Margo Klijn, De stille slag: Joodse Arnhemmers, 1933-1945 (Westervoort 2003) 98.

Jakob Hoffmann werd op 16 maart 1944 opgepakt op het adres Alteveer 17 in Arnhem, samen met zijn vrouw Taube Hoffmann-Offentier en dochter Lotte Hoffmann. Zij zaten op dat moment ondergedoken bij Hendrik Jan Willem Elbertsen (Duisburg, 4 maart 1912, melkventer). In een naoorlogse verklaring vertelde Elbertsen eerder aan Joden onderdak te hebben geboden.

Rond 20.00 uur werd er bij Elbertsen aangebe…