Deze loelavhouder werd door de weduwe van Joseph de Bruin, Debora de Bruin-Italie, en de zonen uit het eerste huwelijk van haar echtgenoot, aan de synagoge geschonken, ter nagedachtenis aan hun man en vader die in 1926 overleed. Joseph de Bruin vervulde tijdens zijn leven vele bestuursfuncties binnen de joodse gemeenschap, vaak gericht op de activiteiten rond om het loofhuttenfeest.