Leo Feijten schreef over Horst Eichenwald en zijn pleeggezin Ik geloof dat hij Hans heette
Horst is een Duits-joodse jongen. Hij groeit op tijdens het naziregime. In de hoop dat ze hem daarmee een betere jeugd bezorgen, sturen zijn ouders hem naar zijn tante Selma Klipstein-Simon in Arnhem. Hij komt daar niet aan, maar komt via Bergen aan Zee, Amsterdam en Eindhoven in Tilburg terecht, bij het gezin Mozes.
Op een dag ontvangt zijn pleeggezin de oproep voor deportatie. Horst, zijn pleegzusjes Roosje en Martha en zijn pleegouders moeten vertrekken. Uiteindelijk overleeft Martha als enige de Tweede Wereldoorlog.
Leo Feijten was Marthas therapeut. Martha heeft haar verleden nooit helemaal kunnen verwerken. Ze kon niet bevatten dat Horst en Roosje niet eens volwassen mochten worden. Feijten sprak haar vaak en deed samen met haar onderzoek naar haar verleden.