Een antiquariaat in Breslau
Hans Samosch werd op 14 oktober 1904 geboren in Breslau in Silezië, het huidige Wroclaw. Na het overlijden van zijn tantes Dorothea Samosch (6 november 1857 - 27 september 1921) en Rosalie Samosch (10 oktober 1855 - 25 december 1934) erfde hij samen met zijn neef Fritz Heinrich Samosch (16 oktober 1901 - 29 maart 1983) het antiquariaat N. (Nanny) Samosch in de Kupferschmiedestraße in Breslau. De boekhandel was in 1844 opgericht en was al drie generaties in het bezit van de familie. Hans leidde de winkel, Fritz bleef in Wenen wonen.
In 1935 verloofde Hans Samosch zich met Rosa Bial. Zij was op 25 oktober 1910 geboren in Bernstadt, het huidige Bierutów, ten oosten van Breslau. Ze zijn waarschijnlijk niet lang na hun verloving getrouwd.
Via Wenen naar Amsterdam
In 1937 werd het antiquariaat in het kader van de 'arisering' door de nazi's onteigend. Hans en Rosa Samosch vluchtten naar Fritz Samosch in Wenen. Waarschijnlijk kon Hans een deel van zijn boeken, waaronder waardevolle judaica, meenemen. Toen de nazi's ook in Oostenrijk aan de macht kwamen, verhuisde het echtpaar naar Amsterdam. Hans begon daar een antiquariaat in de Langebrugsteeg. Het echtpaar woonde op het adres Spuistraat 189 hs.
Ondergedoken bij Greet Beijen
Toen het in 1942 steeds onveiliger werd voor joden doken Hans en Rosa onder op het adres Egelantiersgracht 83 I, bij het kort daarvoor getrouwde echtpaar Bernardus (Ben) Dictus en Margaretha H.S. (Greet) Beijen. Het was een ongelukkig huwelijk: Dictus was lid van de NSB en waarschijnlijk ook van de SS, zijn vrouw had heel andere ideeën. Na enige tijd verliet Dictus het huis.
Opgepakt na verraad
Op 19 januari 1943 viel de politie het huis op de Egelantiersgracht binnen. Dat gebeurde naar aanleiding van een anonieme melding dat er joden in het huis waren ondergedoken. Het echtpaar Samosch en Greet Beijen werden door de politie opgepakt. Het lijkt tamelijk waarschijnlijk dat de anonieme melding afkomstig was van Dictus en dat hij dus zowel zijn eigen vrouw als het joodse echtpaar verraden heeft.
Politierapporten
Op http://www.beijen.net/nieu9.htm staan links naar een aantal rapporten van het Bureau Joodse Zaken over de inval en de arrestanten.
Uit die documenten blijkt onder andere dat het antiquariaat van Hans Samosch al enige tijd daarvoor was 'geariseerd', maar dat hij erin geslaagd was om nog een grote partij boeken mee te nemen naar het zijn onderduikadres. Die boeken werden in beslag genomen en overgebracht naar de Dienststelle Rosenberg. Dat was een instelling die tot taak had om in beslag genomen archieven en bibliotheken naar Duitsland over te brengen.
In een van de rapporten staat verder dat Hans Samosch de laatste tijd bediende was bij de Joodse Raad in Amsterdam.
Allen omgekomen
Hans en Rosa Samosch-Bial werden via het kamp Westerbork overgebracht naar het vernietigingskamp Sobibor. Ze werden daar op 14 mei 1943 vermoord.
Greet Beijen werd via de gevangenis in Scheveningen overgebracht naar het vrouwen-concentratiekamp Ravensbrück. Zij overleed daar op 16 augustus 1943.