Sara Knap was een dochter van Marcus Knap en Debora van Emrik. Zij werd geboren als 9e kind in een gezin met veertien kinderen waarvan één dochter in 1876 overleed, slechts 5 maanden oud; vijf kinderen al voor de oorlog zijn overleden; twee dochters de Holocaust hebben overleefd en zes kinderen, waaronder Elizabeth, Meijer Filip, Simon, Benjamin, Rebecca en Sara zelf, in de Sjoa zijn vermoord.
Sara trouwde in Rotterdam op 17 April 1912 met de handelsreiziger Baruch Samuel Furster, een zoon van Benjamin Furster en Judith van Gelder. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Judith, Debora en Rosina Elisabeth echter alleen Debora is in de Sjoa vermoord. De beide andere dochters hebben de Holocaust overleefd.
Op 28 Augustus 1931 verhuisde Sara met haar man en kinderen van Rotterdam naar Schiebroek, Bilderdijkstraat 22 boven en per 26 September 1934 naar de Schiebroeksesingel 4 aldaar. Tot begin 1941 hebben zij daar gewoond maar vanaf Februari 1941 werd het adres C.P.Tielestraat 20 in Rotterdam.
Sara Knap is samen met haar man Baruch Samuel Furster op 12 October 1942 vanuit kamp Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij beiden op 15 October 1942 direct bij aankomst werden vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Marcus Knap en Baruch Samuel Furster; website www.wiewaswie.nl; archief van de Joodse Raad Amsterdam, kaarten Sara Furster-Knap en Baruch Furster