Hartog de Vries was een zoon van de commissionair Mordechai de Vries en Naatje Davids. Hij trouwde op 5 December 1907 in Watergraafsmeer (Amsterdam) met de Rotterdamse Sophia Adriana Juliette de Boer, een dochter van de musicus Henri de Boer en de actrice Ester van Rijk. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Esther Hanna in 1909 en Martijn Henri in 1913. Hun dochter is op 25 September 1936 vertrokken naar Tel Aviv maar hun zoon is met zijn gezin tijdens de Sjoa vermoord.
Hartog de Vries vertrok naar in 1928 naar Antwerpen en woonde op de Keyserlei 53 en in Berchem op de Cogels-Osylei nr. 82. Zijn vrouw en hun twee kinderen verbleven toen in Amsterdam op de Linneausparkweg 86. In 1932 woonde het gezin weer in Amsterdam op het Oosteinde 10 en per 2 October 1937 waren Hartog en zijn vrouw Sophie ingeschreven op het adres Keizersgracht 503, vanwaar zij in 1941 nog één keer verhuisden naar nr. 523.
In September 1943 werden Hartog en Sophia geregisteerd in Kamp Westerbork. Hartog verbleef in barak 81 en Sophia in barak 57 en later ook in barak 81. Op 8 Februari 1944 werden beiden gedeporteerd naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 11 Februari 1944 direct werden vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Hartog de Vries en Sophia Adriana Juliette de Boer, gezinskaart Hartog de Vries; het Antwerps Vreemdelingen Dossier nr. 197528-images 501-513; het Gemeentelijk archief Berchem, bulletijn 14641 en het archief van de Joodse raad, registratiekaarten van Hartog de Vries en Sophia A.J. de Vries-de Boer.