Mozes Snoek was een zoon van Efraim Snoek en Vrouwtje Wurms. Hij trouwde op 26 Juni 1907 in Amsterdam met Engeltje Coopman, een dochter van Benjamin Coopman en Elisabeth Reens. Het echtpaar Snoek-Coopman kreeg zeven kinderen, waarvan er drie op zeer jonge leeftijd zijn gestorven en één zoon voor de oorlog is overleden. De andere kinderen, t.w. Ephraim, Elisabeth en Femma zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Mozes Snoek werd samen met zijn echtgenote Engeltje Coopman op 21 Maart 1943 in Kamp Westerbork geregistreerd en op 30 Maart gedeporteerd naar Sobibor, waar zij beiden bij aankomst op 2 April onmiddellijk werden vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Mozes Snoek; website www.wiewawwie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Moses Snoek.