Abraham Prins verbleef in Westerbork onder bescherming van de deken der Amsterdamse advocaten. In februari 1944 was hij toevallig opgenomen in het kampziekenhuis, toen kampcommandant Gemmeker, op enkele uitzonderingsgroepen na, alle vrijstellingen van patiënten in de ziekenbarakken liet vervallen. Hierdoor kwamen zij in aanmerking voor het eerstvolgende transport naar Auschwitz. Ook Abraham raakte zijn bescherming kwijt en werd gedeporteerd.
Bron: Philip Mechanicus, In Dépôt: Dagboek uit Westerbork (Amsterdam 1985) 274.
Verhaal