Abraham Prins

Abraham Prins was jurist. Hij werkte als advocaat en procureur te Alkmaar en later te Amsterdam. Hij was actief voor de Joodse gemeenschap als lid van de Centrale Commissie van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap vanaf 1896, als ondervoorzitter van de Permanente Commissie en als voorzitter van het kerkbestuur van de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge in Amsterdam.
Persoonlijkheden in h…

Abraham Prins was commissaris van de Noord-Hollandsche Verzekeringsmaatschappij. In 1941 werd hij gedwongen af te treden, om op die manier de maatschappij te 'ariseren', om te voorkomen dat de maatschappij alle landbouwgronden in haar bezit moest verkopen.
M-J Vos en S. ter Braake, Rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog van geroofd Joods onroerend goed (Amsterdam 2013) 34-35

Abraham is een zoon van Aron Prins en Roosje de Jonge. Hij trouwde november 1897 met Adelheid Rosette Jacobson (A'dam, 4 sept 1877 - A'dam, 7 mei 1939).

Kinderen (allen geboren in Alkmaar)

Johanna Rosa, 15 augustus 1898
Joseph Isaäc, 28 mei 1899
Betty, 19 oktober 1900

Abraham woonde vanaf 1921 op de Heerengracht 596 huis.

Bron SAA archiefkaart Abraham Prins 12-6-1866

In de tijd dat Abraham Prins in Alkmaar woonde, vervulde hij vele maatschappelijke functies. Zo was hij onder meer lid van de gemeenteraad, lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs en voorzitter van de Kamer van Koophandel. Meer informatie en een foto van Abraham te midden van de andere Alkmaarse gemeenteraadsleden is te vinden in het boek van J.D. Kila: Kaddiesj voor Joods Alkmaar…

Abraham Prins verbleef in Westerbork onder bescherming van de deken der Amsterdamse advocaten. In februari 1944 was hij toevallig opgenomen in het kampziekenhuis, toen kampcommandant Gemmeker, op enkele uitzonderingsgroepen na, alle vrijstellingen van patiënten in de ziekenbarakken liet vervallen. Hierdoor kwamen zij in aanmerking voor het eerstvolgende transport naar Auschwitz. Ook Abraham raakte…