Walter Salmon was de jongste zoon van Sally Salmon en Selma Hamburger. Zijn ouders hadden een slagerij in Wiesbaden, die ze hadden overgenomen van zijn grootouders van vaderskant. Nadat zijn moeder weduwe was geworden, in 1930, werd Walter opgenomen in het joodse weeshuis in Frankfurt am Main. Van daaruit werd hij in 1939 naar Nederland overgebracht. In 1943 werd hij gedeporteerd naar Sobibor. Zijn moeder, broer Siegfried (geb. 1923) en zus Ilse (geb. 1926) werden vanuit Wiesbaden gedeporteerd. Ilse en haar moeder Selma werden in Sobibor vermoord, Siegfried in Majdanek.
Toevoeging van een bezoeker van de website
De vader van Walter Salmon heeft na de Eerste Wereldoorlog enige tijd gevangen gezeten in een Franse gevangenis. Hij is in 1930 overleden en begraven in Wiesbaden Schierstein. Ook het broertje van Walter Salmon, Heinz, die in oktober 1929 overleed is daar begraven.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Het Aktive Museum Spiegelgasse in Wiesbaden heeft een Erinnerungsblatt aan Walter Salmon en zijn familie gewijd.