Edith de Leeuw-Steinmann

De hoofdcommissaris van politie te Arnhem verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Edith de Leeuw-Steinmann, woonachtig in Arnhem. Zij werd ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 2, 14 januari 1943, 32, bericht 120

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 13092) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.

Op 25 maart 1943 werden Edith Steinmann en haar man Iwan de Leeuw met tweeënveertig andere Arnhemmers via het Huis van Bewaring naar de strafbarak in Westerbork gedeporteerd. Het waren vooral joden die ondergedoken waren geweest en verraden waren. Zij woonden in de Parkstraat 70.  

Volgens opgave nieuwe Joodsche bewoners in Tiel in 1940 (RAR Tiel 7-1182) werd Edith Steinmann 13 december 1940 ingeschreven in Tiel op een adres in de Dr. Kuiperstraat. Ze kwam volgens de registratie van Zutphen, waar ze woonde op de Rozegracht 18. Er is echter geen melding van haar man Iwan Leo de Leeuw. 

Op de site Joods Monument Arnhem staat een verhaal over de arrestatie van Iwan Leo de Leeuw en Edith de Leeuw-Steinmann op 21 maart 1943. Zij werden verraden door hun onderduikgever Cornelis Johan de Wit door middel van een anoniem briefje aan de Arnhemse politie en de Sicherheitsdienst. In het briefje werd hun adres verraden toen ze een weekend op een andere plek verbleven. De verrader was uit op…