Coenraad Herman van Es was een zoon van Salomon Abraham Levie van Es en Carolina van der Wijk. Hij trouwde in 1904 met Eva van de Rhoer, dochter van Abraham van de Rhoer en Matje Glazer. Met Eva kreeg Coenraad Herman twee kinderen: Carolina Mathilda en Abraham.
In 1930 overleed Eva van Es-van de Rhoer en twee jaar later hertrouwde Coenraad Herman van Es met haar jongere zuster Schoontje van de Rhoer. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.
Coenraad Herman van Es was onderwijzer op de Meppelse Akkerschool en zat in diverse verenigingsbesturen, o.a. van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholische Dranken, Vereeniging voor Kindervoeding/Kleding, Rode Kruis, Voorzorg, Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vakantiekolonies en de Economische Bond.
In 1941 werd Coenraad Herman van Es uit zijn functie als onderwijzer gezet. De gemeente verzon een list en aangezien Coenraad Herman van Es net één jaar verwijderd was van de pensioensgerechtigde leeftijd, boden ze hem een 'vervroegd pensioen' aan. Hierdoor kwam hij niet zonder inkomsten te zitten.
Datzelfde jaar werd hij ook uit zijn bestuursfuncties bij diverse verenigingen ontheven.
Dochter Carolina werkte als secretaresse bij Brocades & Stheeman. Toen dat vanaf begin 1942 niet meer mogelijk was, kreeg ze een baan als secretaresse bij de Joodsche Raad.
Op 3 oktober 1942 werden Coenraad Herman van Es, zijn vrouw en zijn dochter uit huis gehaald en naar Westerbork gebracht.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 8560) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 3174/16858).
Van deze persoon of dit gezin is nog een Liro-Kaart aanwezig. De originele Liro-kaarten zijn in te zien bij het Nationaal Archief in Den Haag.