Portret uit 1907 van Jacob Anton Tours (1843-1918), eerste directeur van Ons Huis van 1892-1907. Portret vervaardigd door H. Van Gelder ter gelegenheid van zijn afscheid aldaar. Bron: Beeldbank SAA.
Het Joodsche Weekblad of 6 June 1941 ran four obituaries for Bernard Arnold Kahn. The first was signed by his wife and his children, the second and third by other relatives and the fourth by the board of the Stichting tot Financiering van Vakopleiding en Beroepsvorming voor jonge Joden in Nederland [Fund for vocational and occupational training for young Jews in the Netherlands]. Bernard Arnold Ka…
Promotie tot doctor aan de Universiteit van Amsterdam
Bernard Arnold Kahn studeerde van 1904 tot 1919 rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde op 18 december 1919 cum laude tot doctor in de Rechtswetenschap op het proefschrift "Conventions" of politieke spelregels: onderzoek naar de mogelijkheid en de gewenschtheid van hun inlijving binnen het rechtsgebied.
Bewaarschool voor Israëlitische Minvermogenden (1821 – 1912)
“Wanneer men eens in de Rapenburgerstraat “de Joodsche Bewaarschool” voorbij gaat, dringt vaak het geroezemoes der spelende kinderen tot u door.” Zo begint een kort artikel in het tijdschrift “De Geïllustreerde Joodsche Post” van 7 juli 1912. Dat geroezemoes is niet zo verwonderlijk als je nagaat dat er per dag ongeveer 400 kinderen, kleintjes volgens het artikel, van vroeg in de ochtend tot laat in de middag worden opgevangen en beziggehouden. Dit artikel geeft een korte geschiedenis van deze instelling!
Commissie ter oprichting, een geschiedenis Maar eerst een overzicht van de geschiedenis van deze instelling. Een eerste, mogelijke, verwijzing heb ik gevonden in de Nederlandsche Staatscourant van 1 juni 1821. Het betreft een circulaire, uitgeschreven door het hoofdbestuur van het genootschap ter Bevordering van de Opvoeding der Minvermogende Nederlandsche Israëlitische kinderen (in Amsterdam).
Bernard Arnold Kahn, directeur, is op 21 maart 1941 door de RSHA in Amsterdam gearresteerd vanwege anti-Duitse uitlatingen. Op 1 mei is hij naar Buchenwald overgebracht waar hij op 29 mei 1941 overleed. Zijn nalatenschap - ter waarde van 500 DM - is op 7 juni via de SD in Düsseldorf naar de SD in Amsterdam gestuurd die het pakket overhandigde aan zijn echtgenote.