Simon den Hartog was de zoon van Abraham den Hartog en Leentje den Hartog. Op twintigjarige leeftijd ging hij het huis uit. Hij woonde achtereenvolgens in Dinxperlo en Coevorden. Toen de zaken van zijn vader slecht gingen (er waren schulden, de hypotheek kon niet meer worden betaald en er dreigde een faillissement) keerde Simon in 1930 terug naar Oostendam, waar hij de zaak van zijn vader voortzet…